woensdag 11 maart 2015

Over gunfactor gesproken

Woorden zijn soms wonderlijke voertuigen van communicatie. Waar een woord in de ene taal iets positiefs kan duiden kan dat in een andere taal volstrekt iets anders betekenen. Sterker nog, dat kan zelfs binnen een taalgebied al het geval zijn.

Stel je bent op doorreis in België – op weg naar Frankrijk uiteraard – en je krijgt opeens ongelooflijke aandrang. Je moet poepen, niet normaal meer. Stel je ziet in een pauzerend dorpje maar een persoon aan wie je wat kan vragen - een fiere madam - en je vraagt – zichtbaar onder toegenomen druk - waar je kan poepen, nou dan verzeker ik je dat je een bijzondere reactie terug zult krijgen. Amusant.. awel zunne.

Reflectie

Er zijn van die ongrijpbare dingen in organisaties waarachter je niet direct een vinger krijgt. Waarom krijgt zus-en-zo nou altijd leuke en uitdagende opdrachten en krijgt Joost-zal-het-weten - een bureau verder – altijd gezeik van iedereen over zich heen. Opleidingsniveau? Blond en aantrekkelijk? Gaat altijd koffie halen?
Nee, dat is het niet helemaal! Aardig en collegiaal zijn, er leuk uitzien helpt natuurlijk ook en soms – ontkennen heeft geen zin – zelfs een heleboel. Maar het gedrag dat anderen je teruggeven (reflectie) – hoe je benaderd wordt, is eigenlijk iets dat heel erg persoonlijk bepaald is. Vanaf je allereerste sociale contacten blijft het bij je. Het kan wel enigszins veranderen, maar altijd in jouw bandbreedte. De reflectie van die ander naar jou, hoe je benaderd wordt, het kleeft aan je. Het hoort bij je. Jij roept het op. Je bent het!

Sociale hygiëne

De gunfactor – een organisatiekundige ‘vertaling’ van deze door jou opgeroepen reflectie - is meestal niet een fenomeen waarop je zelf heel veel invloed kan uitoefenen. Je bent vriendelijk en je trekt elke dag een schoon overhemd aan of je steekt je haar leuk op en je ruikt Chanellerig.. en toch is dat het niet wat het verschil maakt om aardig gevonden te worden of die interessante opdracht te verwerven.
Wat wel?
Naast de genoemde sociaal-hygiënische aspecten zijn er een aantal factoren te noemen die je gunfactor positief beïnvloeden. Het zijn echter variabelen waarop je zelf niet heel veel invloed hebt.

Sociobiologie

Professor Buikhuisen werd om zijn sociobiogische benadering van de samenleving - nog maar twee decennia geleden – verketterd. Hij steldde dat (crimineel) gedrag deels voorspelbaar is uit sociobiologische gegevens! Bottom-line en die credits heeft Buikhuisen inmiddels wel gehad is de mores dat dit ook voor ander gedrag geldt.
Het is voor elk gedrag een zeer belangrijk deel je genetische bepaaldheid die je voorsorteert. Niet alleen hoe je eruit ziet maar vooral ook wat je aangeboren ‘nature-gedrag is. Dit doordenkend gaat dit natuurlijk veel verder. Het bepaalt in grote lijn ook wat jouw ideale match is. Soort zoekt soort.



Match

Je kent het spreekwoord van die kat in dat vreemde pakhuis. Iets wat niet goed voelt en waar je niet past daar moet je eigenlijk wegblijven. Een ADHD-er zit binnen minuten te stuiteren van een urenlange Mattheus Passion. Dat weet-ie en daarom blijft-ie daar weg! Een relnicht kom je ook niet gauw tegen op de EO-jongerendag.
Het is simpel! Word geen lid van een vereniging of ga niet werken in een organisatie die niet bij je past! Als je sympathisant bent van PETA lijkt het me een mismatch als je bij een investeringsbank op de Zuid-as gaat werken, behalve als infiltrant dan! En andersom. Ben je een mantelpakjestype en is status hetgeen je hormonen in beweging brengt dan ligt een baan in een verzorgingshuis ook niet direct voor de hand. Mensen die ‘ergens’ belanden waar geen ‘fit’ is worden er niet gelukkiger op. De collega’s trouwens ook niet.

Veel mensen voelen wel aan waar het goed of minder goed voor ze is. Een intern kompas leid je, als je daar open voor staat. Steeds de juiste keuze maken is een ware kunst. En wie heeft nooit het gevoel gehad dat hij de ‘gangmaker was op het verkeerde feest’. Ik in ieder geval wel. Van minder goede of ‘verkeerde’ keuzes wordt je trouwens geen minder mens.

The gunfactor

Om de cirkel - ook taalkundig - rond te maken.
Ik ben er van overtuigd dat mensen naar elkaar een grotere gunfactor hebben als ze verwantschap zien in uiterlijkheden en gedrag. Mensen die in een groep – organisatie – schoolklas – vereniging e.d. – om welke reden dan ook ‘uit de toon vallen’ worden in de regel uitgestoten. Soms subtiel maar onontkoombaar. Het-jij bent anders-uitstootmechanisme doet dan zijn werk. Dan geldt een ander soort gunfactor; the gunfactor! Daar wordt op je geschoten totdat je weg gaat.


Nu lijkt het misschien alsof homogeen samengestelde groepen de ideale status of voedingsbodem is voor een goed functionerende samenleving of organisatie. Het tegenovergestelde is waar! Enigszins haaks aan- of paradoxaal met sociobiologische uitgangspunten ontstaat groei alleen daar waar vernieuwende impulsen elkaar vinden. In louter gelijkvormigheid is dat niet het geval. Meer van hetzelfde en een naar binnengekeerde focus leidt niet naar vernieuwing. Integendeel. De angst voor alles wat anders is brengt verstarring.

Het is diversiteit dat loont.

Theodor van der Lans

Geen opmerkingen:

Een reactie posten