Jagers en
verzamelaars zijn we
Ingegeven
primaire overlevingsmechanismen die kennelijk diep geborgd zitten in ons
‘reptielenbrein’ raken we maar niet af van vaak overbodig gedrag.
Waar we in de evolutie onze staart wel verloren en de
resterende stuit rudimentair overbleef, waar de blinde darm functieloos er bij
blijft hangen – ondanks de revolutionair gewijzigde voedselinname - en dat
stomme ding alleen maar voor een ontsteking kan zorgen, is het met menselijk gedrag
duidelijk anders. Ook al gebruik je het genetisch ingebed repertoire niet, het
zit er wel en je krijgt het er niet uit!
Het reptielenbrein
Tenminste, dat stelde de spraakmakende psycholoog Piet Vroon eind
jaren 80 in zijn onvolprezen “Tranen van de Krokodil” (1989). Hij duidde het
reptielenbrein in de mens. De helaas veel te vroeg gestorven Vroon betoogde dat het menselijk brein was opgebouwd uit
drie lagen. Het oudste `reptielenbrein' regelde primitieve instincten. Het
later ontstane zoogdierenbrein is verantwoordelijk voor de emoties. De nieuwste
laag, de neocortex, draagt zorg voor onder meer de moraal. Maar het
reptielenbrein was de mens vaak de baas, stelde Vroon. Met name in
stresssituaties – ‘in fight or flight-situaties’ – waar adrenaline de regie
overneemt en zorgt voor overleving valt men terug op deze ‘residueen en
derivaten’. Gedrag wat genetisch in de overlevering wordt meegeprint.
Historisch beschouwd
Nuttig? Tja, dat valt anno nu te bezien! Even
met zevenmijlslaarzen de geschiedenis door. In de prehistorie was overleven de
dagelijkse business om zo te zeggen. Daar was je de hele dag mee bezig. In de
tijd van de Noormannen moest je ook nog op je tellen passen en in de
Middeleeuwen kon het ook nog spoken.
Gesteld kan worden dat naarmate het
civilisatieproces zich verder voltrok en men kon gaan spreken van
gestructureerde ordening van samenlevingen overleven geen dagtaak meer hoefde
te zijn. In plaats van zelf een dag te vissen voor een maaltje, verkocht je je
menskracht (werk) en ontving je daar een tegenprestatie voor (loon). Met dat
geld kocht je eten en alle andere levensbehoeften. De maatschappij
diversificeerde zich. De mens ging
er anders uitzien. Gesoigneerd en weldoorvoed gaan wij in de 21e eeuw door het
leven.
Materiële genotzoekers
Oud gedrag is hardnekkig, zo
niet onuitwisbaar en van grote invloed op ons dagelijks handelen. Het ‘jagen en
verzamelen’ is allang niet meer nodig om te overleven maar je ziet het dagelijks
om je heen in veel voorkomend waarneembaar gedrag. Het gaat alleen niet meer om
noten en brood het gaat om plasmaschermen en drie luxe vakanties per jaar. We
doen het echt niet voor minder. Genoeg is niet genoeg, op weg naar meer.
Voortdurend! De geevolueerde mens is permanent gericht op zijn
behoeftenbevrediging. Materieel genotzoeken door verwerving van vaak dingen die
je niet (meer) nodig heb. Filosofisch vrijwel onmogelijk uit te leggen. Het
reptielenbrein regeert. In het ontwerp van het concept mens lijkt de grote
regisseur het aan/uit knopje vergeten te zijn.
Onbetaalbare herinneringen
Niets menselijks is ook mij
vreemd. Ik ken dezelfde prikkels en ervaar ook die residuen uit mijn
reptielenbestaan. Ook ik val soms voor iets nieuws terwijl ik het nog best een
tijdje kan doen met dat andere. Maar het welbevinden en geluk zit hem – voor
mij - niet in jacht op bezit en het volstouwen van het paleis.
Ervaringen, herinneringen en
in vrijheid mogen denken en leven
geeft me alles wat ik nodig heb. Oprechte aandacht, warmte en liefde. Ik
investeer graag in dit soort momenten. Ze leiden tot onbetaalbare en duurzame herinneringen
waarop veroudering geen vat heeft. Als de dag van gisteren: De eerste lach van
je kind, de eerste zoen – en tweede ook trouwens ;-), druivenplukken met Agnes,
inspirerende professoren en studiegenoten, de milleniumwisseling op een strand
bij Sydney, met dochter en zoon versteld staan in een bamboebos…. de onvoorwaardelijke
liefde van Sanne.
Meer flarden uit mijn leven?
Laat maar weten.
Maar beter nog, laten we samen
nieuwe herinneringen veroorzaken. Geschiedenis maken.
“The best things in life are
free”.
Theodor van der Lans
Geen opmerkingen:
Een reactie posten